AMBER

 

        “Dit is de school waar zijn dochter op zit.” Ze legt een stukje papier voor hem neer met daarop een adres in een plaats die hij slechts vaag kent en waar hij nog nooit geweest is…

“Waar is dat? Hoever is dat weg?”

“Stel je niet zo aan. We hebben het er vaak genoeg over gehad. Je weet wat de bedoeling is.” Ze pakt hem bij zijn kin en draait zijn hoofd haar richting. “Je vindt het wel. En sinds wanneer maak jij je druk over een paar kilometer rijden?”

Hij schuift het papier een paar keer in het rond op het glanzend opgewreven tafelblad.

“Oké, oké maar ik blijf het raar vinden. Ik ken die vent helemaal niet en ik weet niet of ik…” Ze valt hem in de reden. Je wilt toch niet dat ik het zelf op ga lossen?”  Hij ziet dat er een traan over haar rechterwang loopt. ”We hebben hier zo lang op gewacht. Je kunt nu niet opeens terugkrabbelen.”

Hij maakt een vaag gebaar naar het stuk papier.“Hoe ben je aan dat adres gekomen?”

Ze haalt haar schouders op, maar geeft geen antwoord. Hij zucht en steekt het papier in zijn zak. Hij staat op en loopt naar de deur. Met zijn hand op de schitterend gepoetste koperen deurknop draait hij zich om.

“Hoe weet je zo zeker dat ze mij aan zullen nemen?”

Ze glimlacht: “Ik heb zo mijn methodes.